Busondernemer J.M.P. van Bergen Henegouw (2012)
E.W. van den Burg en M.C.J. Moers-de Vree
Johannes (Jan) Martinus Petrus van Bergen Henegouw is geboren op 23 september 1898 te Vrijenban, nu Delft. Op 6 juli 1921 trouwde hij in Delft met Anthonia Elisabeth Tholens. In 1922 streek Jan met zijn vrouw neer in Zoetermeer n opende in het pand Schinkelweg 7 Garage Modern. Het was een autobusbedrijf, tevens motorvoertuigenherstelbedrijf. Op 27 januari 1924 startte Jan van Bergen Henegouw een busdienst op Delft. In datzelfde jaar krijgt hij vergunning voor een benzine-installatie voor eigen gebruik. Het leven was nog ongecompliceerd. Om bijvoorbeeld zijn telefoonnummer te draaien was men gauw klaar, want zijn onderneming was bereikbaar onder telefoonnummer 36. En tot 1940 waren er nog nauwelijks bushaltes. De meeste bussen stopten op verzoek. Van Bergen Henegouw had in die tijd de beschikking over zes bussen, namelijk twee maal een Berliet, twee Dodges, een Bedford en een Steward. Van de laatste twee was de carrosserie afkomstig van Adriaan Lamboo, een naam die in de branche nog steeds bekendheid geniet in Zoetermeer.
Welke plaatsen waren te bereiken?
Zegwaart en Zoetermeer waren nog twee afzonderlijk dorpen. Pas op 1 mei 1935 werden ze samengevoegd tot één gemeente Zoetermeer. De rijksweg A12 moest nog worden aangelegd. Dit wetende klinkt het volgende wat logischer. De eerste buslijn liep van Zegwaart naar Zoetermeer en via de Voorweg verder naar Leidschendam, richting Voorburg en zo naar het eindpunt Oranjeplein in Den Haag. Deze buslijn werd in 1928 overgenomen door Jelle Kok en C. Middelkoop. Kok legde daarmee de basis voor het busvervoerbedrijf Citosa, aanvankelijk Citos geheten. De tweede buslijn ging van Zegwaart via Pijnacker naar Delft. Daar was het eindpunt Hotel ‘t Scheepje’ aan de Burgwal. Tijdens de marktdagen in Delft waren er extra busdiensten en dan was de eindhalte Nieuwe Langendijk. Van Bergen Henegouw had voor die tijd al een bijzondere service. Met de Nederlandse Spoorwegen was hij overeengekomen, dat er in zijn bussen een aansluitend treinkaartje kon worden gekocht om via Pijnacker met de trein verder te kunnen rijden naar Rotterdam Station Hofplein of naar Den Haag Station Staatspoor. Dit was een financieel aantrekkelijke verbinding, kostte slechts 70 cent en was voor een rit Zegwaart-Rotterdam, of Zegwaart-Den Haag zeer concurrerend met Citosa. Over tarieven gesproken: een retourtje Zegwaart (Den Hoorn) - Delft kostte in de jaren dertig 60 cent. Voor een enkele reis moest 37 ½ cent worden betaald. Jammer dat er geen kleurenfoto’s van de bussen beschikbaar zijn, want met de kleuren rood en geel zal het een fleurig gezicht zijn geweest. Ook voor een dagje uit werden de bussen gebruikt. Zo weten wij dat door de leden van Herwonnen Levenskracht een bus van Van Bergen Henegouw was afgehuurd voor een reis naar Rotterdam om daar onder andere een boottochtje te maken. Herwonnen Levenskracht was een onderdeel van de Katholieke Arbeiders Bond en hield zich ondermeer bezig met de bestrijding van tuberculose. Voordat de gasten op reis gingen moesten zij wel eerst naar de Heilige Mis zijn geweest en dan was het gebruikelijk voor de dames om een hoed te dragen. De toenmalige burgemeester Middelberg verklaarde dat de autobusdiensten van Citosa en Van Bergen Henegouw een zegen waren voor Zoetermeer.
Behoefte aan openbaar vervoer
Dat Zegwaart en Zoetermeer (met in 1930 respectievelijk 2654 en 1739 inwoners) behoefte hadden aan goed openbaar vervoer heeft de schrijver in de ‘Gids voor Zoetermeer en Zegwaart 1933’ als volgt verwoord: “Aan het Station Zoetermeer-Zegwaart van de spoorweg Den Haag-Gouda stoppen slechts 7 treinen per dag in iedere richting, dus 14 in totaal. Hoewel men hiervoor verbinding heeft met het gehele land, zoo verlangt men tegenwoordig toch een veelvuldiger communicatie met de groote steden in de nabijheid. Hierin wordt behoorlijk voorzien door autobussen. In de eerste plaats brengen de Citos Bussen de reiziger 9 maal daags in drie kwartier naar Den Haag. Voorts heeft de Citos 8 busverbindingen met Rotterdam, via Berkel, Bergschenhoek en 6 diensten op Leiden, via Benthuizen, Hazerswoude. Bovendien is er een autobusdienst via Pijnacker op Delft, zoodat van Zoetermeer-Zegwaart de steden Leiden, Den Haag, Delft, Rotterdam en Gouda gemakkelijk te bereiken zijn”. Einde van de busonderneming Van Bergen Henegouw Donkere wolken pakten zich samen. Op 9 november 1940 werd door de Commissie Vergunningen Personenvervoer bepaald dat Van Bergen Henegouw geen toestemming meer zou worden verleend om de busdienst naar Delft te onderhouden. Er was al besloten dat de N.V. Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij (WSM) de dienst zou overnemen. Beide partijen werd opgedragen een regeling te treffen over de schadeloosstelling. In ieder geval moest in de overeenkomst worden vastgelegd dat Van Bergen Henegouw niet in beroep zou gaan. Hij stond min of meer met de rug tegen de muur. Misschien als pleister op de wonde werd hem aangeboden om tegen een vastgesteld weekbedrag bij de WSM in dienst te treden en hij en zijn gezin mochten gratis reizen op de busdienst Zoetermeer-Delft. Het samenvoegen van de twee busdiensten paste wel in de filosofie om doelmatiger met materieel en personeel om te gaan, maar zal ook met concurrentie en het recht van de sterkste te maken hebben gehad. Bovendien was er in 1941 al schaarste aan brandstof en andere materialen zoals autobanden.
Garage Modern
Jan van Bergen Henegouw had nog Garage Modern, voor de verkoop en reparatie van motorfietsen. In de gids van 1933 adverteerde hij met D.K.W. motorrijwielen, waarvoor hij het agentschap bezat. De prijs voor deze motorrijwielen was in die tijd vanaf 295 gulden, desgewenst op gemakkelijke condities te betalen! In 1947 breidde Van Bergen Henegouw zijn bedrijf uit met taxiactiviteiten en in 1952 is de officiële omschrijving van het bedrijf: Motorrijwielbedrijf, Autobedrijf, Gemotoriseerd Rijwielbedrijf en reparatie-inrichting en Taxibedrijf. 5 Op 16 maart 1953 ging Van Bergen Henegouw verder met een compagnon, Jan van Dijk, geboren op 21 oktober 1926 in Den Haag. Deze was uit Nederlands- Indië teruggekomen, waar hij zijn militaire dienstplicht had vervuld en zocht werk in deze branche. Het bedrijf kreeg weer een nieuwe naam, namelijk ‘De Schinkel’. De omschrijving van de doelstelling: handel in auto’s en motorrijwielen en gemotoriseerde rijwielen annex garage- en reparatiebedrijf. Op dat moment woonde Van Bergen Henegouw nog aan de Schinkelweg 7 en Jan van Dijk in Den Haag. De samenwerking bracht niet wat zij er van verwachten, want de vennootschap werd ontbonden op 1 januari 1954. Van Bergen Henegouw stopte en keerde terug naar Delft. Inmiddels woonde Jan van Dijk boven het pand Schinkelweg 7. In de negentiger jaren is ook Jan gestopt en verhuisde hij naar Moerkapelle. In het pand waar alles was begonnen is nu Tweewielers Van Dijk gevestigd, handel in fietsen, bromfietsen en reparatie. Het wordt geleid door de volgende generatie Van Dijk.