Stadsgeschiedenis Veel geloven op een kussen
Katholieken, Gereformeerden, Remonstranten en enkele Doopsgezinden - allen hadden hun aanhangers en kerkgebouwen in Zoetermeer-Zegwaart.
Een grote groep katholieken kerkte vanaf 1685 in een schuurkerk aan de Voorweg, tussen Zoetermeer en Leidschendam. De Hervormden gebruikten de middeleeuwse kerk in de dorpskern en schuin daar tegenover hadden de Remonstranten sinds 1635 hun schuilkerk. De Remonstrantse gemeente was tot aan haar opheffing in 1866 een van de grootste van Zuid-Holland. In "Samen onder één dak" leest u de geschiedenis. Afgezien van voortdurend gekissebis over vermeende rechten en hindernissen, was er sprake van vreedzaam samenleven, tot in 1787: de patriotten waren door het optreden van Wilhelmina van Pruissen, de echtgenote van prins Willem V, voorlopig terzijde geschoven en overal namen de prinsgezinden de touwtjes weer in handen. In Zoetermeer raakten de gemoederen dusdanig verhit dat een Oranjegezinde menigte optrok naar het huis van de Remonstrantse emeritus predikant ds. Van den Bosch en hem van patriottisme beschuldigde. Na een angstige nacht en zich twee dagen schuil gehouden te hebben, vluchtte de predikant voor de woedende menigte, viel in het water en verdronk. Het lijk bleef vijf dagen op de stoep liggen en werd vervolgens door het water naar het kerkhof gesleept en zonder kist begraven. In dezelfde tijd vond de nieuwbouw van de Hervormde kerk in de Dorpsstraat plaats. De kerkmeesters hadden in 1785 toestemming gekregen om gedurende tien jaar belasting te heffen op allerlei zaken zoals bier, graan en zelfs bruiloften, om de nieuwbouw te kunnen bekostigen. De kerk kwam in 1787 gereed. De toren was in 1642 reeds grotendeels vernieuwd en kon blijven staan. Over de geschiedenis van deze Oude Kerk en de Hervormde gemeente is een publicatie verschenen, die u kunt downloaden.